- November 3rd, 2023
- Category:
Voor u ook een denkfOUD?
Stereotypes en denkfouten zijn iets van alle tijden, maar hoe ontstaan ze eigenlijk? En waarom geraken we er niet van verlost?
Voor u ook een denkfOUD?
Hét grote voordeel van ouder worden: je hebt meer perspectief om op terug te kijken, alsof je met een sterke telelens terugblikt op de levensjaren achter je. Je kindertijd, je eerste lief, je eerste job rijgen zich aan elkaar onder het motto “alsof het gisteren was”. Op de spoorlijn van het leven zoef je doorheen de landschappen, van kindertijd naar puberteit, van volwassenheid naar derde leeftijd.
Nu en dan hoor je de clichés weerklinken uit voorbijrijdende treinen: ouderen kunnen niet meer mee, het gaat allemaal wat trager, ze zijn ziek en ze verliezen hun verstand… Voor u ook nog een denkfoud?
Of waren wij misschien zelf ook wel behept met dergelijke vooroordelen? De tijden zijn veranderd: van babyboomers, geboren ná de grote wereldbrand, zijn we geëvolueerd naar opa- en oma-boomers: we leven gemiddeld langer dan ooit voordien in de geschiedenis. Met dank aan een betere gezondheidszorg, hygiëne, voeding, onderwijs en economische situatie – althans voor de meesten onder ons. Daardoor zijn de doorsnee ouderen van nu niet meer dezelfde als dertig, vijftig of honderd jaar geleden.
Met Vief zetten we ons volop in om de vooroordelen te ontkrachten. Maar waar blijft die lopende band aan vooroordelen toch vandaan komen? Iedereen zal wel een oudere kennen die ‘niet meer mee kan’, die wat trager is, ziek of dement is. Maar iedereen kent ook ouderen die wel geïnteresseerd zijn in alle nieuwe trends, aan sport doen, creatief bezig zijn en blaken van gezondheid. En uiteraard zijn er allerlei schakeringen daartussenin.
“Over het algemeen…”
Een van de grootste denkfouten die we vaak maken is veralgemening: we projecteren een kenmerk dat voor enkele mensen van toepassing is op een hele bevolkingscategorie. Het is de hele geschiedenis door een handig wapen geweest van allerlei dubieuze machthebbers.
Voor wat ouderen betreft: uiteraard klopt het dat een heel aantal onder hen niet overweg kan met X (tot juli 2023 bekend als Twitter), Tiktok en andere sociale media. Maar laten we wel wezen: iedereen kan wel ergens ‘niet mee’. Naar het schijnt was Einstein, een van de briljantste fysici van de vorige eeuw, een kluns in het huishouden. ‘Niet mee kunnen’ zit in ieder van ons, ongeacht de leeftijd, maar de denkfout is dit te projecteren op de hele categorie ouderen. Zelfs als het waar is dat de digitale kloof stijgt met de leeftijd, betekent dit niet dat dit voor alle ouderen het geval is.
Dreigen er door de alsmaar snellere evolutie in de informaticawereld niet nog heel wat meer mensen, van alle leeftijden, uit de boot te vallen? Dat valt inderdaad te vrezen: programma’s en computers die nu gebruikt worden, zijn over enkele jaren hopeloos verouderd en we moeten wéér nieuwe (lees: dure) apparaten aanschaffen en nieuwe toepassingen leren.
Maar laten we eerlijk zijn: die veralgemening gebeurt niet enkel van jongeren tegenover ouderen, maar ook omgekeerd. Toen we zelf nog jong waren, kregen we uitspraken op ons dak als: ‘die snotneuzen’, ‘verwend jong’ of ‘de jeugd van tegenwoordig’. Nu hanteren we ze misschien – we laten iedereen het voordeel van de twijfel – zelf tegenover onze kinderen en kleinkinderen. Goed om weten: verwijten naar ‘de jeugd van tegenwoordig’ zouden al bestaan hebben bij de oude Grieken.
Op maatschappelijk vlak wemelt de geschiedenis van voorbeelden, maar om bij de actualiteit te blijven: “Alle moslims zijn fundamentalisten” of “Alle Belgen zijn racisten” of “Alle mannen denken maar aan één ding (buiten aan voetbal)”. Het probleem met zulke uitspraken is dat ze bijna nooit volledig waar of volledig onwaar zijn. Een kern van waarheid of individuele incidenten worden uitvergroot en geprojecteerd op een hele bevolkingscategorie.
Zo komen we bij de tweede denkfout. We veralgemenen niet alleen te gemakkelijk, maar we doen dat ook vaak nog eens zonder enige nuancering alsof er alleen maar zwart en wit bestaat. Je kan als oudere bvb. niets afweten van Tiktok, maar je wel goed kunnen bewegen op het internet en je op de hoogte houden van de actualiteit. Of: je kan een leek zijn op het vlak van de beurskoersen, maar perfect in staat zijn om je eigen groenten te verbouwen.
En dat brengt ons bij de derde denkfout: kunde of onkunde op bepaalde levensdomeinen, ziekte of gezondheid, worden al te gemakkelijk toegeschreven aan één specifieke bevolkingsgroep, terwijl ze in de hele samenleving voorkomen. Ook heel wat jongeren en mensen in de actieve leeftijd kunnen niet mee of voelen zich minder gezond.
Overigens – en zo laveren we naar denkfout vier – de term ‘actieve leeftijd’ is op zich al een eenzijdige benadering van een complexe realiteit. Neem een 80-plusser die nog volop klust in huis en tuin en voor wie dat zijn lust en zijn leven is (géén fictief voorbeeld overigens): onmogelijk toch om hem of haar af te doen als niet meer actief? En wat met mensen in de zogenaamd actieve leeftijd die niet meer meekunnen wegens een te zware job, onregelmatige werkuren, gebrek aan waardering of een onmogelijke combinatie van werk en gezin? Waarom zou een - inderdaad zichtbare - grens van een inkomen uit arbeid of een pensioen moeten volstaan om een hele bevolkingsgroep in een kastje te plaatsen?
Onze bril afzetten
Er zijn wellicht nog meer denkfouten te vermelden. Een van de eerste lessen uit een sociologie-opleiding is dat we allemaal, zonder uitzondering, een figuurlijke bril dragen. Die bril bepaalt hoe we naar onszelf en naar anderen kijken en hoe breed of smal ons perspectief zal zijn.
Onze bril wordt bepaald door onze opvoeding, onze economische situatie, de mensen waar we mee omgaan, kortom de cultuur en het sociaal milieu waarin we leven. De glazen van onze bril zijn onze waarden en normen. We hebben zo’n bril nodig, anders zouden we verloren lopen en alleen maar chaos om ons heen zien. We zouden niet weten wat ‘goed’ en ‘kwaad’ is.
Omdat we voortdurend door deze bril kijken, gaan we onze manier van kijken evident vinden onder het motto: we zijn goed bezig zijn omdat het ‘altijd’ al zo geweest is. En precies daar wringt het schoentje: die bril kan ons ook bedriegen door ons te laten geloven dat onze blik de enig juiste is. Of dat de vooroordelen van anderen over ons of van ons over anderen kloppen. Hij kan ons laten geloven dat ouderen zwak, ziek of ongeletterd zijn.
Daarom moeten we ons bewust zijn van onze bril. We moeten ook eens van bril kunnen verwisselen om de wereld te zien door de bril van iemand anders, zelfs al is dat dan een beeld dat we misschien liever niet zouden zien.
Daarom is het belangrijk om te praten met en te luisteren naar ouderen, naar jongeren, naar mensen met een andere cultuur: we kunnen er alleen maar rijker door worden.
Ronny Van Hee
Senior writer Vief